Koestertijd

Hij aarzelt even maar vraagt het dan toch: ‘is het mogelijk om deze tijd van het jaar te koesteren?’ Ik heb een gesprek met mijn leidinggevende en zojuist gezegd dat het voor mij in de aanloop naar de sterfdag van Christophe op 6 november af en toe weer even wat moeilijk kan zijn. ‘Het blijft waarschijnlijk altijd een moeilijk dag’, vervolgt hij, ‘maar ik kan me voorstellen dat het juist ook moeilijk kan zijn als je er op een keer achter komt dat de dag onopgemerkt aan je voorbij is gegaan.’ Dat is zeker waar, en op een bepaalde manier koester ik deze weken ook, al realiseerde ik me dat nog niet zo precies tot dit gesprek.
Inmiddels is het drie jaar geleden. Eind oktober voel ik af en toe al wat donkere wolken samenpakken. De novemberregen is in aantocht en ik denk terug aan hoe Christophe in razend tempo steeds zieker werd en de angst me naar de keel greep. Maar ik ben tegelijk ook extra gevoelig voor de schoonheid van de herfst, met de vallende bladeren, het mooie licht. Het brengt me terug naar het park achter het Erasmus ziekenhuis in Rotterdam, waar we wandelden om even uit het ziekenhuis te kunnen zijn. Daar waren de blaadjes gevallen en het park hulde zich in prachtige kleuren. We dronken koffie op het terras van het cafe, net te fris om zonder jas te zitten en net te warm om ‘m aan te houden.
November arriveert met Allerheiligen en Allerzielen. Ik heb daar nooit veel aandacht aan besteed, maar sinds het overlijden van Christophe ga ik op 2 november naar Oud Eik en Duinen waar hij begraven ligt. Het is mooi om in de aanloop naar zijn sterfdag een extra moment voor hem te creëren. Op de begraafplaats organiseert de organisatie ‘Dichter bij de dood’ samen met Monuta sinds een paar jaar een Allerzielenavond. Er is een route uitgezet verlicht met fakkels, waar dichters staan die troostende gedichten voordragen. Het doel van de organisatie is om de dood en rouw meer bespreekbaar te maken. De gedichten zijn geschreven voor overleden Haagse schrijvers en kunstenaars die op Oud Eik en Duinen begraven liggen, en soms ook voor anderen, zoals dit jaar organisator Marjon van der Vegt een prachtig gedicht voorlas voor haar onlangs overleden moeder.

Het is bijzonder om in het donker op de begraafplaats te zijn. Het grafje van Christophe ligt buiten de fakkelroute. Ik loop er heen om een roos neer te leggen, een kaarsje te branden en sterretjes af te steken. Onderweg zie ik op sommige graven ook kaarsjes branden. Het feit dat ik vanwege de wind zo’n twintig lucifers nodig heb om de sterretjes aan te steken brengt me aan het lachen. ‘Sorry jongen’, mompel ik terwijl ik op mijn knieën zit om er beter bij te kunnen. Uiteindelijk krijg ik toch twee van de vijf sterretjes aan het branden. Fonkeltjes van vuur om een klein leven te herdenken. Terwijl ik naar mijn fiets loop denk ik weer aan het koesteren van deze tijd van het jaar. Het is mooi om het zo te bekijken. De koestertijd duurt nog een paar dagen. Ik ga ze omarmen.