Autobiografisch

Dansen op een koord

Wat waren mijn gedachten over het moederschap? Ik herinner me dat niet goed. Het was een net begonnen reis. Ik weet nog wel het eerste moment waarop ik me moeder begon te voelen. Dat was tijdens die ene zwangerschapsyogales, waarin ik mezelf moest bedanken dat ik tijd maakte voor jou en mij. Jij en ik, samen één, tijd voor elkaar. Ik werd er emotioneel van. Ik had daar nog helemaal geen ruimte voor gehad, in die eerste drie spannende maanden. Het was tot die tijd allemaal nog zo abstract. Tijdens die yogales besefte ik dat het nu echt ging gebeuren, dat ik eindelijk een van hen werd, van de moeders.

Toch voelde ik me bij lange na niet een van hen. Het leken doorgewinterde moeders, op een roze wolk vol vanzelfsprekendheden en cliché’s. Ik reisde voor mijn gevoel tergend langzaam, van mijlpaal naar mijlpaal, behoedzaam naar een volgende week. Alles was nog zo fragiel, er kon nog van alles mis gaan. Liever probeerde ik gewoon te doen wat ik altijd deed: werken, sporten, vrienden zien, intussen de weken tellend. Naar die zwangerschapsyoga ging ik niet meer terug. Pas na twintig weken begon ik langzaam te ontspannen in dat nieuwe lichaam. En bleken de dingen ook mis te kunnen gaan ná de zwangerschap.

Foto door Greg Rosenke (Unsplash)

Nu heb ik mijn ‘oude’ lichaam weer een beetje terug, maar ben ik nog op zoek naar mijn oude zelf, die ik niet meer ga vinden. Het is alsof ik mezelf opnieuw ontdek, zoals dat steeds is als ik mezelf net lijk te kennen. Het lukt me af en toe eenvoudigweg de dag te voelen. De regendruppels op mijn gezicht, de seizoenen zo wisselend als mijn gemoed. Ik probeer iets te maken van mijn reis, met wat ik daarin voor mijn kiezen krijg, maar ook met alles wat die reis verrijkt, zoals dat kleine mannetje waar ik even voor mocht zorgen. Wat kwam dat mannetje me vertellen? 

Ik probeer het te zien op een van de foto’s van ons samen. Ik zie een foto van een moeder en een zoon. Het glas van het lijstje is stoffig, zoals ik nu de herinnering afstof. Ik zie mijzelf, met een liefdevolle, gelukkige blik, kijkend naar het moois dat naast me ligt. Mijn haren door de war, na vermoedelijk slechts een paar uurtjes slaap. Het kleine mannetje heeft één hand onder zijn hoofd, zoals hij vaak deed als hij ontspannen was. Misschien lag hij al zo toen hij nog veilig in mijn buik heen en weer schommelde. Het andere handje is niet te zien op het beeld. Het lijkt daarmee net alsof hij een selfie maakt van dit ogenblik. Hij en mama, samen in het grote bed. Hij heeft een brede grijns op zijn gezicht en knijpt zijn ogen tot spleetjes. 

Misschien is dat wel wat hij me kwam vertellen. Maak een selfie van het ogenblik. Het ogenblik wordt dan gestolde tijd, waarin je kunt blijven zolang als je wilt. Tegelijkertijd tikt die tijd weer verder, op weg naar een onbestemde toekomst. Daarvoor hoef je alleen maar het ene been voor het andere te zetten. Het is als dansen op een koord, voetje voor voetje vooruit, de armen gespreid om je evenwicht te houden, op weg naar de overkant. Onderweg zal je een paar keer in de afgrond kijken en bevangen worden door hoogtevrees, en misschien val je naar beneden. De vraag is of dat erg is. Misschien is vallen wel mooier dan de overkant bereiken. 

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *